Grote ambities in Woonagenda en Klimaatakkoord
In mei 2018 ondertekenden minister Ollongren (binnenlandse zaken) en diverse marktpartijen de Nationale woonagenda. In juli presenteerde minister Wiebes (economische zaken) het Klimaatakkoord. Beide documenten hebben in potentie grote gevolgen voor de woningmarkt, al is het waarschijnlijk onmogelijk om alle voornemens uit te voeren, aldus hoogleraar Peter Boelhouwer en Bouwend Nederland-beleidsmedewerker Mathieu van Rooij.
“Het is verheugend dat er een breed gevoel van urgentie is gekomen als het gaat om de woningmarkt”, vindt Boelhouwer, hoogleraar woningmarkt in Delft. Twee jaar geleden vond hij nog weinig gehoor met zijn oproep voor een ‘deltaplan voor de woningmarkt’. De stemming is omgeslagen tussen de Tweede Kamerverkiezingen van 2017 en de gemeenteraadsverkiezingen van maart 2018.
“Het is heel jammer dat er geen aparte minister van Wonen is, maar minister Ollongren pakt het voortvarend aan. In september waren er diverse hoorzittingen in de Tweede Kamer over de woningmarkt en bij de debatten rond de gemeenteraadsverkiezingen stond het onderwerp ook in de belangstelling. In de woonagenda worden de belangrijkste knelpunten wel geadresseerd. Nu is het zaak om keuzes te maken en plannen uit te werken.”
Woonagenda is startpunt
Bouwend Nederland is ook tevreden met de Nationale woonagenda, vertelt Mathieu van Rooij. Onder meer vanwege de ambitie om jaarlijks 75.000 nieuwe woningen te bouwen. “We moeten ons wel realiseren dat het een agenda is, geen akkoord. Een startpunt vanwaar we verder kunnen. Het is wel jammer dat de handtekeningen van de gemeenten en de provincies ontbreken onder de agenda. Zij hebben een sleutelpositie als het gaat om plannen maken en het uitgeven van bouwvergunningen.”
Volgens een woordvoerder heeft de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) de agenda niet ondertekend omdat er in mei in veel gemeenten nog geen college was. “Na verkiezingen komt er altijd een nieuwe structuur van VNG-commissies. We konden de agenda niet voorleggen aan de leden.”
Afgezien daarvan stonden er een aantal zaken in de woonagenda die volgens de VNG onvoldoende uitgewerkt waren. “We onderschrijven de ambities, maar bijvoorbeeld het thema ‘bouwen binnen de stad’ en de financiering van binnenstedelijk herstructurering mag van ons wel wat beter worden uitgewerkt.”
Vraagtekens bij verduurzaming
Twee maanden na de ondertekening van de Nationale Woonagenda was het Klimaatakkoord rond. Boelhouwer heeft zijn bedenkingen over de aanpak van woningen in het Klimaatakkoord. “We gaan nu vol inzetten op verduurzaming. Ik zet daar vraagtekens bij. Het kost heel veel geld en het staat op gespannen voet met de voorgenomen uitbreiding van de productie en het beheersen van de woonlasten. Je kunt niet alles.”
“In Nederland lossen we het mondiale milieuprobleem niet op”, licht de hoogleraar toe. “We liepen achterop, dus het is goed dat er iets gebeurt. Maar we hoeven ook niet ver voor de troepen uit te lopen, zeker niet als de kosten zo hoog zijn. Aedes heeft uitgerekend dat het 52 duizend euro per woning kost om in 2050 de voorraad corporatiewoningen te verduurzamen en gasloos te maken. Ik zie dat nog niet gebeuren.”
Een ander knelpunt naast geld is de capaciteit. “Tijdens de crisis is er een kaalslag geweest in de bouwsector. Veel bedrijven zijn failliet gegaan en zo’n 100.000 bouwvakkers zijn iets ander gaan doen. Die heb je niet zomaar terug. Er is nu al een groot tekort aan medewerkers. Ook de installatiebranche heeft hiermee te kampen, en die moeten een groot deel van de maatregelen gaan uitvoeren. Mede door de krapte zie ik ook de prijzen niet snel met 20 tot 50 dalen, zoals in het energieakkoord wordt aangegeven.”